Geschiedenis en ontstaan van Aalst Carnaval

Aalst Carnaval, Vastenavond, Vastelauvend of gewoonweg Oilsjt Carnaval.

Een driedaags volksfeest met een spottend, zacht anarchistisch karakter. Creativiteit, humor en verbondenheid bepalen Aalst Carnaval en de identiteit van Aalst.

De oudste bronnen over Aalst Carnaval dateren uit de 15de eeuw. Terwijl carnaval elders in Vlaanderen verdween tegen het einde van de 19de eeuw, bleef het in Aalst bloeien. Sinds 1923, toen een officieel feestcomité het overnam, werd het stevig verankerd in de stad. 

Actualiteit aanpakken, orde uitdagen, rollen omkeren en lachen met alles: spot en satire staan centraal. Dit zien we in de zondagsstoet, creatieve vermommingen, het ritueel van de Voil Jeanet en carnavalsliedjes in Aalsters dialect. Met rituelen zoals de prinsenverkiezing, ajuinworp en het verbranden van de vastenavondpop vormt dit het DNA van Aalst Carnaval.

In 2010 kwam Aalst Carnaval op UNESCO’s lijst van immaterieel erfgoed. In 2019 stapte Aalst eruit na kritiek op een praalwagen met Joodse personages. Vanaf december 2019 is het officieel geen werelderfgoed meer.

Tim Acke (45) is de ontwerper van de carnavalsaffiche 2024 en 2025.

De jazzmuzikant, kunstenaar en creatieve duizendpoot won opnieuw de affichewedstrijd. Als Aalstenaar en carnavalist was hij al bekend om zijn karikatuurkoppen in de stoet, maar het beeld dat de carnavalseditie van 2024 kleurde bracht hem bij het grote publiek.

Ook dit jaar kwam zijn ontwerp als winnaar uit de bus. Het draagt de titel: “Oilsjt Carnaval, ’t es op ’t loif geschreiven”.

Tim: “Vorig jaar beschreef mijn affiche het gevoel dat elke carnavalist overvalt op het moment net voor je de Grote Markt op mag als apotheose van de carnavalssstoet. Met mijn inzending van dit jaar wil ik opnieuw zo’n surrealistische vertaling van een gevoel weergeven: carnavalisten die zich allemaal lid voelen van eenzelfde clan en dat ook laten zien met carnavalsgetinte tattoos: Oilsjt Carnaval, ’t es op ’t loif geschreiven.”

Waar haalde je jouw inspiratie vandaan?

Mijn affiche van vorig jaar werd goed onthaald, maar toch werd ik in een broodjeszaak aangesproken op het feit waarom alweer de figuur van een voil jeanet centraal stond: “Had je geen schoon madam kunnen tekenen?”. En eigenlijk had die vrouw gelijk. Tijdens Aalst Carnaval wordt vaak de focus gelegd op het rauwe kantje van het feest: mannen die zich als lelijke figuren verkleden. Wel, ik heb de uitdaging aanvaard en ging resoluut voor een mooie, vrouwelijke figuur op de affiche. Naast de schoonheid staat ook het groepsgevoel centraal: hoe wij als carnavalisten eigenlijk één grote clan vormen, getooid met kleurrijke tatoeages waaruit de liefde voor onze stad en voor carnaval spreekt. Bij veel Aalstenaars staat carnaval letterlijk op het lijf geschreven in de vorm van een ajuintje, postcode of een verwijzing naar een carnavalsgroep. Voor het lettertype van de affiche baseerde ik me op de -superfoute- tribalhype van de jaren ’90. Of ik zelf zo’n tribaltattoo op mijn lijf heb staan? Wie weet…

Wandel mee in het spoor van de Carnavalist,

Aankondiging op de ramen van het toerismebureau op de Hopmarkt.

Het carnavalmonument in Aalst is een bronzen beeld van een Voil Jeanet, ontworpen door Hendrik Muylaert en in 1997 ingehuldigd op de Hopmarkt als eerbetoon aan de carnavalstraditie van de stad. Werner Kinoo speelde een cruciale rol in de totstandkoming van het monument door een comité op te richten en later via campagnes en pleidooien de restauratie en herplaatsing ervan te versnellen. Hoewel de locatie van het monument jarenlang voor controverse zorgde, maakt het sinds 2022 deel uit van de interactieve magische carnavalswandeling, waarmee het een nieuwe betekenis kreeg binnen de Aalsterse carnavalsbeleving.

Elk jaar wordt het stadhuis van Aalst versierd, een traditie die minstens teruggaat tot de jaren '80. In 1980 ontwierp Fritz Kieckens in opdracht van het stadsbestuur een decor met het wapenschild van Aalst en het woord "Welkom". Dit decor werd tot 1992 gebruikt.

In 1993, voor de 70e stoet, ontwierp Geert De Wolf een nieuw decor met een knipogende ajuin, omdat het oude decor versleten was.

In 2003 introduceerde Danny Cobbaut een decor met veel lichtjes, verwijzend naar de winterfoor. Het bevatte carnavalsfiguren zoals Voil Janetten en Aalsterse Gilles. Dit decor bleef tot 2013 en werd daarna opgeslagen bij de carnavalswerkhallen.

In 2013 werd een poppentheater ontworpen door Piet De Koninck. Het speelt elk uur met mechanische poppen op Aalsterse muziek: Kamiel Sergant, een Aalsterse Gilles en de voil jeanet.

In 2020 werd het decor uit 2013 niet meer gebruikt vanwege bevestigingsregels. Men koos voor een kunstwerk van Bram De Baere, dat ook verscheen in de prinsenverkiezingsshow van Yvan.

Het decor werd in 2023 vernieuwd door Bram De Baere, gebaseerd op de nieuwe huisstijl van 2022. Ook de tribunes op de Grote Markt werden in dezelfde stijl ingericht, waarbij één tribune verdween. Het decor bevat een LED-scherm met een uurlijkse show, dat ook tijdens de stoet werd gebruikt.

Het stadhuis speelt ook een rol bij de Ajuinenworp.

Het Carnavalsmuseum

Het Carnavalsmuseum is onderdeel van de vaste collectie in ’t Gasthuys – Stedelijk Museum Aalst, Oude Vismarkt 13 Aalst. De tentoonstelling bevat de essentie van het carnavalsfeest, zijn geschiedenis en zijn hedendaagse verschijningsvorm. Een ontdekking voor de Aalstenaar, maar ook een perfecte kennismaking met Carnaval voor wie niet uit Aalst komt.

Gedurende de carnavalsperiode zijn er ook tijdelijke tentoonstellingen over het thema.

Van links naar rechts karikaturale hoofden van Priester Daens, Dirk Martens, Louis Paul Boon, Valerius De Saedeleer en Karel Sergeant

Enkele pronkstukken

Een realistische imitatie van een café-interieur uit de jaren 50

Een carnavals-jukebox

eregalerij van de Aalsterse Prinsen

Op dinsdag trekken duizenden als vrouw verklede mannen, de Voil Jeanetten, door de straten van Aalst. De échte Oilsjterse Voil Jeanet herken je aan een bontjas, kinderkoets, vogelkooi met haring, kapotte paraplu en lampenkap als hoofddeksel. Het belangrijkste is zijn mentaliteit: spot drijven met alles en iedereen, vooral zichzelf. De Voil Jeanet belichaamt het carnavaleske omkeringsritueel waarbij mannen vrouwen worden om de maatschappelijke orde te verstoren. Wie geen geld had voor een kostuum gebruikte oude kleding van hun vrouw of moeder, wat meteen de scheldnaam ‘Voil Jeanet’ verklaart.

Koppen die bij kostuums hoorden

Koninklijke Maatschappij De Aalsterse Gilles

 

“Als je de Aalsterse Gilles hoort, dan is Carnaval echt begonnen”, dat wordt in Aalst gezegd.
De Aalsterse Gilles trekken de zondagstoet op gang met hun bellen, maskers, houten klompen en indrukwekkende hoed met struisvogelveren. In cadans dansen ze door de straten en gooien ze sinaasappelen in het publiek, als geschenk voor de goden.

De Gilles werden al in 1926 opgericht en tellen nu een 80-tal leden.

Op carnavalsmaandag voeren ze hun bezemdans uit op de Grote Markt, om de winter te verjagen en de lente in te luiden.

 

Op elke hoed zitten minstens 54 pluimen. De struisveren voor de typische Gilleshoeden worden rechtstreeks bij kwekers gekocht. Een mannenhoed weegt ruim 5 kilo, waarvan de helft door de pluimen. Het is een hele uitdaging om deze de hele stoet te dragen, al dansend op klompen en sinaasappels uitdelend, mét een glimlach.
Sinds midden jaren ’80 maakt de vereniging de kostuums en hoeden volledig zelf. Dit brengt niet alleen hoge kosten met zich mee, maar vergt ook veel tijd: een kostuum kost 30 uur werk, een hoed zelfs 200 (!) uur.

Het kostuum is gemaakt van fijn lijnwaad met vilten motieven die de geschiedenis van onze Keizerlijke stad symboliseren, in zowel de Belgische als Aalsterse driekleur: rood, geel, zwart en rood, geel, wit.
Voor één kostuum zijn 600 gestanste viltjes nodig. Elk kostuum bevat: 80 bloemen als verwijzing naar Aalst als bloemenstad; 18 leeuwen; 18 keizerlijke kroontjes; het schild van Iwein van Aalst; 3 emblemen met afbeeldingen van Dirk Martens, het Belfort en het wapenschild van Aalst. De mouwen en broekspijpen zijn afgewerkt met witte nylon en goudkleurige galon. Op de schouders rust een grote witte kraag, terwijl de vest en riem van de Gilles versierd zijn met koperen bellen.

De borstbellen symboliseren de zon. Een nieuwe lente brengt de eerste zonnestralen na de donkere winter, en de dagen worden langer.
Elke gille draagt naast de borstbel ook een bellenriem, waarmee in kadans en ritme wordt gerinkeld tijdens de typische heupzwaai.

De kindjes voorop in de stoet tijdens de bezemdans symboliseren het lentevuur. De jeugd houdt het gilleshart brandend en is de toekomst van de vereniging. Dit jaar lopen er 2 nieuwe kleine gilles met hoed mee: Merel en Renske! 

De Gilles dansen op klompen volgens de cadans van de trommels, een verwijzing naar oude lenterituelen om de akkers vruchtbaar te maken. Hoewel er verschillende Gillesmelodieën zijn, blijft de cadans gelijk. Het aanstekelijke geluid van klompen en bellen nodigt toeschouwers uit om mee te dansen en in de handen te klappen wanneer de Gilles langskomen.

De dansende Gilles dragen altijd een mandje sinaasappels, dat tijdens de stoet wordt aangevuld. Jaarlijks wordt ruim 2 ton aan sinaasappels uitgedeeld. Dit symboliseert een gift aan de weergoden en vervangt de offers van brood, varken en fruit van onze voorouders. De bloedappelsienen worden klein geoogst om er meer in een mandje te passen.

Op Carnavalsmaandag voeren de Gilles traditioneel hun bezemdans uit op de Grote Markt. Tijdens deze dans dragen ze geen hoeden, maar goudkleurige leren maskers. Ze gebruiken heksenbezems in de Aalsterse driekleur om op muziek te dansen. De bezempjes die tijdens de dans naar het publiek worden gegooid, worden volledig zelf gemaakt door de vereniging.
Deze bezems, ook wel ramons genoemd, verwijzen naar bundels wilgentakken die vroeger met rotanbanden werden samengebonden. De ramon symboliseert warmte. 
Oplettende toeschouwers zullen zien dat elke kleur bezem een andere choreografie heeft. Na de dans gooien de Gilles kleine bezempjes in het publiek, die als geluksbrengers erg gegeerd zijn, want ze worden nergens verkocht.

Verkiezing Prins Carnaval

De 72ste Prins van Aalst werd verkozen op 19 oktober 2024. Karel Van De Winkel alias De Sjalen imponeerde het publiek met zijn show, of beter gezegd 'musical'. Een live trompetsolo, draaiend podium én zelfgeschreven liedjes bezorgden hem de overwinning.

Prins Carnaval is dé leider van het Aalsterse Carnaval. Hij wordt gekozen via een kennisproef over Aalst en Carnaval, en een liveshow met liedjes en sketches in het Aalsterse dialect.

Voor Carnaval krijgt Prins Carnaval symbolisch de stadssleutels van de burgemeester. Tot het einde van de carnavalsdriedaagse regeert hij over Aalst. Op dinsdagavond steekt hij de verbrandingspop in brand, wat het einde van Carnaval markeert.

Prins Carnaval 2025 is Karel Van de Winkel, alias De Sjalen.

De 'Kaffeekesprinsj' van het carnavalsloze 2022 en muzikant van 'De Stoefkabassen' stond vandaag voor het grote werk. Pepte hij zich backstage nog op als een Rocky in roze kamerjas, dan greep Karel 'De Sjalen' Van De Winkel het publiek meteen bij de keel. Vanuit een gezellige huiskamer, vol hilarische familieleden die dansten en keuvelden met De Sjalen, kwam een musical tot leven.

Op het podium: dansende kiezen, een opgerold tapijt, een live trompetsolo en een draaischijf die de dansers in beweging zette. Sjalen beloofde en bracht nooit eerder geziene acts.

"Iejne kier int joor komt den Ajoin zen droeimen oit", zong De Sjalen, die al zijn liedjes zelf schreef. Wordt dat voor hem 19 oktober 2024?

Carnavalsgroepen

Aalst kent verschillende carnavalsverenigingen, ingedeeld in kleine, middelgrote en grote groepen. Elk jaar winnen de beste groepen prijzen. Sinds 2014 mogen meer dan 70 vaste groepen deelnemen, maar in 2017 werd een limiet ingesteld. Vanaf dat jaar kunnen er alleen groepen verdwijnen. In 2018 stopten 4 groepen, waardoor de stoet 76 groepen telde. Losse groepen, waarvoor sinds 2017 ook een limiet geldt, protesteren hiertegen en vinden het ondemocratisch.

Vanaf 2023 degradeert een kleine groep die tweemaal laatste eindigt naar een losse groep, zodat er plaats komt voor een nieuwe groep.

Ros Balatum

Het Ros Balatum symboliseert de jarenlange vete tussen Aalst en Dendermonde. Dit parodiepaard, geïnspireerd op het Dendermondse Ros Beiaard, werd in 1958 gemaakt en dankt zijn naam aan de synthetische vloerbekleding ‘balatum’.

Het Ros Balatum wordt bereden door 4 Aalsterse heemskinderen, geselecteerd via een jaarlijkse wedstrijd. Oplettende toeschouwers hebben vast gezien dat het Ros af en toe zijn staart heft om een ajuintje te laten vallen…

 

Ajuinworp op maandag

Maandag, 14.30 uur op de Grote Markt (foto in 2024)

Traditiegetrouw strooien Prins Carnaval en andere carnavalsprominenten duizenden snoepajuintjes op de Grote Markt. In 100 ajuintjes zit een nummer dat een prijs oplevert. Vind je nummer 1, win je het Gouden Ajuintje, een prachtig juweel. Het juweel van 2025 wordt ontworpen door goudsmidatelier Claessens.

Popverbranding

Dinsdag 4 maart 2025, 21 uur op de Grote Markt.

Op de avond vóór Aswoensdag wordt een strooien pop verbrand. Dit markeert het officiële einde van het carnavalsweekend. Een emotioneel moment waarbij, terwijl de pop in vlammen opgaat, soms een traantje wordt weggepinkt. De echte carnavalist zingt de hymne 'Oilsjt, goi stad van men droeimen' woord voor woord mee.

 

De Grote Markt wordt vanaf 17 uur afgesloten ter voorbereiding van de Popverbranding.

De eerste verbranding van een Vastenavondpop vond plaats op 1 maart 1960 om 22u. Dit begon met een optocht van het muziekkorps der Stedelijke Vrijwillige Brandweer, ook wel Taptoe genoemd. Het korps vroeg cafébazen hun tap tijdelijk te sluiten, zodat carnavalisten naar de Grote Markt konden gaan.

Voor de feestvierders is de popverbranding het startschot om er nog eens stevig tegen aan te vliegen.

Carnavalswerkhallen

De carnavalswerkhallen aan de Hoge Vesten 66 herbergen tientallen Aalsterse carnavalsgroepen. Hier werken ze hun praalwagens af.
Naast de hallen proef je de carnavalssfeer in kantine ‘Halle 13’, opgesierd met graffiti van het collectief ‘Team Alosta’.

Cartoonist Bram De Baere na 15 jaar zelf onderwerp op Aalst Carnaval

De Aalsterse tekenaar Bram De Baere ontwerpt al 15 jaar praalwagens voor carnavalstoeten en creëerde de huisstijl van het feest. Dit jaar valt hem een bijzondere eer te beurt: hij is voor het eerst zelf te zien op een praalwagen tijdens Aalst Carnaval. Carnavalvereniging Zwisj koos Bram als thema. Hoewel hij uit Aalst komt, woont hij nu in Herent, Vlaams-Brabant. 

Afbeeldingen door Patricia Rijmenants en Annemie Pas

Maak jouw eigen website met JouwWeb